zondag 22 juli 2012

Identiteit, Socialisme en Gemeenschap


Voor de 20ste eeuw toen de term socialisme nog niet door de bolsjewisten en sociaal-democraten gekaapt was, betekende het nog iets geheel anders. Socialisme representeerde een terugkeer naar de organische gemeenschap en het eeuwenoude concept van ongedwongen menselijke relaties. Deze socialisten geloofden dat de samenleving een natuurlijk gegroeid fenomeen was, waarin de menselijke familie zichzelf regionaal groepeerde in vrije verenigingen (naties en regio's). In de 20ste eeuw maakte deze oorspronkelijke definitie van het socialisme plaats voor de economisch deterministische en wetenschappelijke visie op het utopische socialisme van Karl Marx. Dit leidde uiteindelijk tot enkele van de meest rigide en autoritaire regimes van de 20ste eeuw. Op de Westerse helft van de wereld werd het socialisme verdreven en geblokkeerd door een machtstructuur die zich uit de industriële en financiële organisatie van het 19de eeuwse kapitalisme ontwikkeld heeft. De alsmaar verder gaande centralisatie van macht en de complete vervreemding van initiatief op het punt van productie worden hierbij gemaskeerd door het versleten juridische apparaat. De staat is simpelweg terug gebracht tot de politiemacht van het economisch systeem.

Echter in de Westerse wereld waar het economische systeem alle macht heeft, zag men wel een terugkeer van het aloude socialistische concept; verschillende jeugdrevoluties die zich beroepen op een eigen levensstijl. Deze jeugdgroepen worden vaak gezien in het licht van de materiële luxe van het late kapitalisme en de exploitatie van muziek, maar representeren eveneens een instinctieve revolte tegen de ontmenselijking. Het is een reactie op een wereld waarin concentratie en depersonalisatie dominant worden en waar regionaal initiatief wordt achtergelaten in een alsmaar verder globaliserende "samenleving". De mens heeft zichzelf ontwikkeld in groepen, die binnen een specifieke omgeving specifieke interne relaties heeft ontwikkeld, die uiting krijgen in de gemeenschap. Hoe meer de globalisering toeneemt, des te meer de menselijke vervreemding toeneemt. Zowel in het Marxistische Oosten als in het kapitalistische Westen heeft het economisch systeem de overhand op de gemeenschap gekregen en in termen van levensbetekenis zijn beide werelddelen feitelijk hetzelfde geworden.

De instinctieve reactie op deze ontwikkelingen krijgt vorm in de alternatieve samenleving. De jeugd probeert terug te keren naar het gemeenschapsleven en sommigen creëren dan ook hun eigen gemeenschap. Dit is dan ook de laatste optie in een geglobaliseerde wereld om een nieuwe gemeenschap te creëren. Deze gemeenschappen moeten economisch onafhankelijk worden en dus hun eigen alternatieve economie ontwikkelen als een systematische devolutie van de dominante economie. Dit vraagt uiteraard om een strenge discipline; de acceptatie van een gehele andere levensstandaard en geheel andere waarden. Het doel van productie moet niet langer winst zijn, maar het moet levensverbetering als doel hebben. Onze enige keuze is tussen de geboorte van een nieuwe gemeenschap of de sociale dood van de nihilistische en globalistische wereldmarkt. De crisis van de beschaving is een onontkoombaar feit. De oplossing ligt in een traditie die nog ouder is dan het kapitalisme en die terug gaat tot de oerbron van de mensheid zelf; de vrije samenleving.

Een recent voorbeeld van de ontwikkeling richting een alternatieve samenleving kan men vinden in het concept van de zogeheten "Transition Towns". Dit is een netwerk van zelfvoorzienende gemeenschappen die vanaf de basis gegroeid zijn tot een wereldwijd netwerk. Deze ecologische en sociale beweging is ontstaan in de jaren '80, gebaseerd op het principe van een permacultuur; dat een duurzame en verantwoorde samenleving propageert. Het idee van de "Transition Towns" en "Transition Initiatives" zijn inmiddels wereldwijd verspreid (waaronder in Nederland), waar het lokale bedrijfsleven en de regionale economie worden ondersteund door de gemeenschap. Via een sociaal netwerk en verenigingsleven wordt het idee verspreid binnen de gemeenschap gebruik makend van voorlichting, educatie en samenwerking. Sommige Transition Towns hebben hun eigen munt ingevoerd en opereren voor zover mogelijk onafhankelijk van de globalistische economische infrastructuur.

Dit soort bewegingen en praktijkvoorbeelden bieden een ideaal concept voor hen die een identitaire visie nastreven en terug willen keren naar de organische volksgemeenschap. Een terugkeer naar een "primitievere" vorm van productie en sociale relaties is de enige reële oplossing voor diegene die zich tegen de alsmaar voortschrijdende globalisering willen verzetten. Het moderne en simplistische geloof dat alle mensen simpelweg als broeders in vrede moeten samenleven - wat men ook binnen bepaalde van deze bewegingen terug vindt - is niet genoeg. Als een gemeenschap voor eenieder open staat die zich als lid wil voordoen, dan loopt dit zeker op een ramp uit. De gemeenschap is een familie die diep geworteld is in gedeelde traditie, normen, waarden en cultuur; men kan de gemeenschap niet los zien van haar fundamentele consensus; identiteit. Dat is dan ook de boodschap die wij als identitairen in dit soort bewegingen moeten introduceren.

Wij moeten een positie innemen tegen de menselijke zelfvervreemding en binnen de gemeenschap die samenhangt door identiteit een ware socialistische ethiek ontwikkelen. Marx dacht dat het industriële proces zou leiden tot een klassenbewustzijn, waarmee hij het Marxisme bedoelde. Deze bewering is echter door de geschiedenis achterhaald. Als de ineenstorting van de Westerse beschaving ons een ding heeft geleerd, is het dat de bijna instinctieve reactie hierop het echte socialisme belichaamd. Socialisme is de terugkeer naar de natuurlijke gemeenschap die diep is geworteld in de familie, het volk evenals een gemeenschappelijke identiteit en ethiek.

Anton





zondag 1 juli 2012

De Volksgemeenschap: Alternatief voor het kapitalisme


De samenleving is geen abstract fenomeen dat boven het individu staat, maar een veelvoud aan kleine inter-relaties. Binnen deze relaties zijn het de natuurlijke associaties en echte sociale eenheden die de basis voor een harmonieuze samenleving vormen. Deze sociale eenheden en natuurlijke associaties krijgen vorm in de familie, de gemeenschap en het volk. Het volksbewustzijn is het collectief geheugen en de historische essentie van de voorouders van een volk. Deze zijn diep geworteld in een gemeenschappelijke taal alsmede de psychologische aard van ieder individu, dat gevormd wordt door de culturele interactie van de groep binnen haar eigen milieu. Elk volk is onderdeel van de mensheid en een natuurlijke gemeenschap van vrede. Het volk is een cultuur en gemeenschap die organisch vanaf een bepaalde regio groeit en is synoniem voor de term natie.

Hier verschilt de natie dan ook van de staat, omdat de laatste een natuurlijke vijand vertegenwoordigt. De natie representeert een natuurlijke organische samenleving zonder dwang, terwijl de staat nooit vrijwillig tot stand is gekomen. Het vervangt vrije samenwerking, vrijwilligheid, solidariteit en haar bewustzijn (de volksgemeenschap) door staatse systemen en wetgevingen ofwel de sociale dood van de machtspolitiek en haar bureaucratie. De enige manier om de staat te overkomen is de groei van een ware organische structuur, die bestaat in de vorm van familie en volksgemeenschap.

Onze echte vijand is dan ook de staat waarin de geest van de mensheid zich bevindt, het abstracte denken, de vervreemding, het materialisme en de algehele onderworpenheid. Brute daden kunnen niet voor een betere mensheid zorgen, omdat er enkel een humane toekomst kan zijn als er een humaan heden bestaat. Abstractie, mechanistisch denken en koelbloedige logische leugens – zoals we die van het kapitalisme en communisme kennen - staan aan de wortel van de terroristische mentaliteit. Ons antwoord moet opbouw zijn in plaats van vernietiging, de organisatie van een nieuwe geest. Wij verzetten ons tegen de geest van het kapitalisme, haar perversie van de uitwisseling en haar uitsluiting van ieder ander menselijk aspect dat niet materialistisch is.

De ontwikkeling van volksgemeenschappen en mutualistische economische alternatieven is de sleutel tot de afschaffing van het kapitalisme. Vandaag de dag is de vervreemding groter dan ooit. De overgebleven volksculturen worden aangevallen door het bedrijfsleven en haar massacultuur van Hollywood en McDonald’s. Ondanks dit alles blijft er een uitgesproken gevoel bestaan voor het volk en haar wortels. Mensen beginnen hun culturele en historische verleden te herontdekken. In een alsmaar verder globaliserende wereld worden regionale sentimenten steeds belangrijker. De staat biedt geen oplossingen maar is eerder onderdeel van het probleem. We zien dit aan de voortdurende stimulatie van massa (arbeids)migratie, de vernietiging van het kleinbedrijf en klein agrarische bedrijf ten gunste van internationale conglomeraten, haar onderwerping aan kapitalistische belangen enzovoorts. Enkel door onszelf, zoveel mogelijk, onafhankelijk van de staat te maken en onze eigen alternatieve gemeenschappen te vormen, kunnen we de eerste stappen zetten om de herontdekking van de organische volksgemeenschap te realiseren.

Anton


zaterdag 23 juni 2012

Vrijheid en recht voor Vlaanderen



Daarom gedenk.
Den heiligen wenk. 
Van al wat u omringt. Blijf trouw aan uw verleden!
Blijf steeds uw Vlaamschen oorsprong waard!
Wees Vlaamsch van hert en Vlaamsch van aard!
Wees Vlaamsch in uwe spraak en Vlaamsch in uwe zeden!
Uw roem en uw geluk vindt ge op dien weg alleen.
Met al die heerlijkheid der dagen van voorheen!

Drie Zustersteden - Ledeganck


Hoewel nationale identiteit een veranderlijk en dynamisch fenomeen is, kan het niet los gezien worden van een besef van collectieve eigenwaarde. Het begrip "natie" dat ooit door de Romeinen geïntroduceerd werd, kreeg hiermee een nieuwe verdieping in de 19de eeuw. De "natie" werd een gemeenschap gebaseerd op gedeelde identiteit, stamverwantschap, geaardheid en taal. Deze hernieuwde opvatting vond weerklank in geheel Europa, waar de natie voorts gebaseerd was op de overeenstemmende wil van een groep mensen. Het is hierbij belangrijk om de "natie" niet per definitie aan het begrip "staat" te koppelen, omdat de natie feitelijk niets meer en niets minder is dan de uitdrukking van de identiteit van een groep mensen.

Een land waar de strijd voor erkenning van natieschap en identiteit tot uitdrukking kwam is bij onze Belgische zuiderburen. Het jonge Belgische koninkrijk zag het licht in 1830 en was van oorsprong een overwegend Nederlandstalig Vlaams land met een Franssprekende Waalse minderheid. De nieuwe grondwettelijke bepaling van België werd echter niet gebaseerd op de vrijheid van de burger, maar op de vrijheid van de Franstalige heren. Het gezag van de Waalse minderheid ging hiermee zwaarder wegen dan dat van de Vlaamse meerderheid. Het Frans werd uitgeroepen tot de taal der staat en dit heeft ertoe geleid dat het Vlaamse volk werd onderdrukt.

Echter de liefde voor de Vlaamse identiteit was hiermee nog niet verdwenen. Uit de liefde voor de eigen identiteit en de geestdrift om actie te ondernemen werd de Vlaamse beweging geboren. De strijd die deze Vlaamsgezinden voerden stond aan de grondslag van de taalstrijd en was gebaseerd op een eerbied voor de Vlaamse eigenheid. Doordat België zich baseerde op het bestaan van een enkele Belgische "natie" deed zij de werkelijkheid feitelijk tekort. Het leidde tot een ontkenning van een Vlaamse- en Waalse eigenheid.

Omstreeks de 20ste eeuw beperkte de Vlaamse beweging zich niet langer tot louter het politieke en culturele, maar werden meer en meer de economische en sociale aspecten in de strijd betrokken. Men begon in te zien dat politieke macht grotendeels door economische ontwikkeling bepaald wordt. Dit leidde ertoe dat de Vlaamse beweging een Vlaams politiek systeem ontwikkelde. In 1918 werd met behulp van de Duitse bezetting een bestuurlijke scheiding gerealiseerd die uiteindelijk leidde tot de uitroeping van de politieke zelfstandigheid van Vlaanderen. Van 1930 tot en met 1938 werden de wettelijke regelingen voor het taalgebruik herzien. Als gevolg hiervan werd de demografische, culturele en economische positie van het Vlaamse volk versterkt. Echter hiermee was de miskenning en minachting voor Vlaanderen nog niet tot een einde gekomen.

De kracht van de Waalse minderheid is grotendeels te wijten aan hun zelfbewustzijn en hun sterke besef van eigenwaarde. Daarentegen heeft de verfransing ervoor gezorgd dat de intellectuele en morele ontwikkeling van het Vlaamse volk belemmerd werd. Het is vandaag de dag dan ook aan de Vlamingen zelf om hun toekomst weer in eigen handen te nemen. Het is aan hen om te kiezen of zij een volk van knechten of een volk van heren wensen te zijn. Zij moeten het willen en om het te willen zullen zij sterk overtuigd moeten zijn van hun zaak. Daar ligt dus de grote taak voor al diegenen die met het Vlaamse volk begaan zijn. Tegenover de systematische Fransgezinde propaganda moet er een systematische Vlaamsgezinde propaganda gesteld worden. Enkel zo kunnen zij het Vlaamse volk innerlijk sterken en wederom strijdvaardig maken. Door de Walen eerbied en waardering voor Vlaanderen in te boezemen zal hun minachting uiteindelijk verdwijnen. Als Vlaanderen weer verschijnt als een macht om rekening mee te houden, ligt de weg open om de morele positie te verwerven waarop zij het absolute recht heeft.

De Vrije Associatie van Identitairen verklaart zich dan ook solidair met Vlaanderen en alle andere onderdrukte naties in de strijd voor vrijheid en recht. Enkel identiteit en natieschap biedt de kracht die nodig is voor de realisatie van een harmonieuze en solidaire vrije gemeenschap; de natie zoals deze bedoeld is.

Halmar


woensdag 20 juni 2012

Griekenland is niet onze vijand


De financiële crisis in Griekenland toont aan wat Griekse regionalisten al decennia geleden verkondigden, de Europese Unie is de laatste stap richting de ondergang. De Nederlandse media vertelt ons dat ons belastingsgeld wordt gebruikt om voor Griekenland en de Griekse burgers te betalen. In Griekenland krijgt men daarentegen van de media te horen dat het de andere Europese landen zijn die hen de armoede in drijven. De massamedia dienen dan ook hun wereldmeesters; macht en kapitaal. Hun leugens worden met een enkel doel aan de mensen verkocht, om de inwoners van de Europese naties onderling te verdelen en tegen elkaar uit te spelen.

De Griekse werkende klasse was het gewend om in een werkweek van ca. 40 uur slechts een kleine 700 euro per maand uitbetaald te krijgen. Na de Griekse economische crisis en de bemoeienis van het IMF zijn hun lonen en pensioenen nog eens met ongeveer 25% gereduceerd. De werkeloosheid loopt ondertussen sterk op en is inmiddels al toegenomen met meer dan 20% (meer dan 750.000 werklozen). Veel Grieken zijn werkeloos en leven in grote armoede, terwijl ondertussen ongeveer 2 miljoen illegale immigranten gratis van de “Hellenistische democratie” genieten.

Tegelijkertijd hebben de private “Griekse” banken in 2010 en 2011 wederom grote winsten gemaakt. Dit terwijl zij meer dat 30 miljoen euro aan belastinggeld van de regering krijgen, als financiële steun. Het gehele geldbedrag dat door het IMF en de EU beschikbaar is gesteld wordt enkel gebruikt om de leningen te vergoeden die zijn afgesloten bij internationale banken zoals Goldman Sachs. Het lenen bij deze geldhaaien betekent zoiets als 1 euro lenen en vervolgens 1000 euro terug betalen, hiermee wordt de economische crisis een lucratieve handel.

Terwijl de Europese burgers van verschillende landen tegen elkaar uitgespeeld worden tijdens de economische crisis, gaat al ons geld feitelijk naar de elite van geldgraaiers en de private parasitaire banken. Zij zijn de eeuwige dieven en de echte vijanden van onze volkeren. Zij vertegenwoordigen het parasitaire roofkapitalisme dat ons allen de armoede en misère instort. Deze aasgieren hebben zitten wachten op een economische crisis om zichzelf te kunnen verrijken. Het creëren van gigantische staatsschulden is hun voornaamste doel, zodat zij de bevolking kunnen uitpersen en knechten. Het geld dat zij uitlenen bestaat enkel fictief in de vorm van zeer creatieve boekhouding, maar moet uiteindelijk terug betaald worden door de fysieke inkomsten van de bevolking in te vorderen. Het zijn deze neoliberale aasgieren die maximaal van deze uitzichtloze situatie profiteren, onze sociale zekerheden compleet afbreken en ons de hongersnood in storten.

We kunnen de strijd tegen de economische crisis dan ook niet los zien van de strijd tegen het roofkapitalisme. Het zijn niet de Grieken, de Portugezen, de Italianen of de Spanjaarden die onze vijand zijn, maar de kapitalisten en de politieke elites. Dat zijn onze echte vijanden!

Halmar


vrijdag 1 juni 2012

Syrië: de media als wegbereider voor oorlog


Hoewel veel mensen vast blijven houden aan de illusie dat wij vandaag de dag onafhankelijke en objectieve media kennen, is de media feitelijk het belangrijkste medium geworden om de oorlogsstokerij en propaganda van het moderne imperialisme te verspreiden. Na de misleidende lastercampagne tegen Khadaffi, die resulteerde in de bloederige agressieoorlog tegen Libië, staat nu Syrië in de belangstelling. Dagelijks worden in de media allerhande leugens en onwaarheden van onverifieerbare bronnen verspreid. Deze dagelijkse leugenachtige reportages bereiken zowel de televisiekijkers, krantenlezers als internetgebruikers en worden simpelweg kritiekloos als waarheid aangenomen. Vrijwel in koor vertelt de media het verhaal, over de wrede dictator Assad die zijn volk dat in opstand is gekomen bruut onderdrukt en vermoord. Net als Irak waar nooit massavernietigingswapens werden gevonden en Libië waar zogenaamd een brute dictator moest worden verwijderd om in het bezit van waardevolle grondstoffen te komen, moeten nu de leugens jegens Syrië een nieuwe imperialistische oorlog en neokoloniale campagne rechtvaardigen.

Opvallend is dat zeer veel informatie over de situatie in Syrië op bijvoorbeeld CNN, CBS, Associated Press, Reuters, AFP, BBC, Daily Show, FAZ, Holtzbrinck, Springer Press, Spiegel, Focus, Al Jazeera, al Arabiya, enz. afkomstig is van slechts één omstreden agentschap dat gevestigd is in Londen; het "Syrische observatorium voor de Mensenrechten". Maar hoe serieus is deze bron te nemen? En waarom lijkt niemand te weten wie er achter dit onheilspellende agentschap zit? De Russische minister van buitenlandse zaken Alexander Lukashevich sprak openlijk zijn twijfels uit over de betrouwbaarheid van het "Syrische observatorium voor Mensenrechten" dat geleid wordt door een omstreden man genaamd Rami Abdul Rahman. Deze man die enige journalistieke of juridische achtergrond vreemd is en gelieerd wordt aan het Moslimbroederschap. Het bureau dat vermoedelijk gefinancierd wordt met Saoudische fondsen is dan ook een handig instrument voor de tegenstanders van Assad om valse propaganda te verspreiden gebaseerd op ongeverifieerde rapporten en dubieuze informatie. Alleen al op Google nieuws zijn meer dan 74.000 media berichtgevingen over de situatie in Syrië direct gebaseerd op de beschuldigingen van Rami. De media gebruikt echte meldingen samen met de overdreven horror meldingen van het dubieuze "Syrische observatorium voor de Mensenrechten" om aan de lopende band sensationele en misleidende reportages te maken over de vermeende ongekende bruutheden van het Ba'athistisch regime van Assad.

Hoe gevaarlijk deze nalatigheid door de toonaangevende media kan zijn, blijkt wel uit de gevolgen hiervan op het internationale politieke toneel. Als reactie op de horrorverhalen van het "Syrische observatorium voor Mensenrechten" schrijft persbureau Reuter; "Bondskanselier Merkel heeft het geweld van de Syrische regering tegen haar volk sterk veroordeeld." "De bondskanselier was diep bezorgd over de voortdurende schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden in Syrië", zo meldde een regeringswoordvoerder. De Nederlandse minister van buitenlandse zaken Uri Rosenthal roept op een conferentie van "Vrienden van Syrië" soldaten van het Syrische leger op om over te lopen "omdat er geen toekomst is voor Syrië onder Assad". De Nederlandse regering steunt de Syrische oppositie dan ook financieel en steunt hen met communicatiemiddelen. De Syrische regering wordt opgeroepen het geweld tegen onschuldige burgers, vrouwen en kinderen evenals het geweld tegen opstandelingen van het Vrije Syrische Leger te staken. De immense macht van het kleine Londense bureau lijkt dan ook grenzeloos. Zo worden de vele sancties die tegen Syrië uitgevaardigd zijn voor een belangrijk deel ondersteund door de verslagen van het agentschap. Door de media en politieke besluitvorming worden de leugens van het "Syrische observatorium voor Mensenrechten" waarheden.

Terwijl de Amerikaanse imperialisten wapenleveranties aan het Syrische Vrije leger steunen en vanuit landen zoals Saoudi Arabië en Qatar wapens aan de opstandelingen verschaft worden en een bloederige burgeroorlog gefinancierd wordt, wordt de eenzijdige berichtgeving en oorlogspropaganda in de media keer op keer herhaald. Bij de schendingen van mensenrechten, de gewelddadige moorden en dodelijke bomaanslagen in Syrië, wordt door de Westerse media vrijwel altijd twijfel gezaaid, met de vinger naar de troepen van Assad gewezen en de nadruk gelegd op de onverifieerbare beweringen van allerhande oppositiegroepen die strijden tegen het regime van Assad. Syrische bevolkingsgroepen worden tegen elkaar uit gespeeld in de "verdeel en heers" tactiek van het moderne imperialisme. Net als in Afghanistan, Irak en Libië is het de bedoeling een bloederige burgeroorlog te veroorzaken waar uiteindelijk enkel de buitenlandse machten, die deze oorlog financieren, van zullen profiteren. Dit terwijl het volk in een uitzichtloze cirkel van geweld en ellende beland. Hoewel de media constant het idee wekt dat de Syrische regering geen enkele interesse zou hebben in politieke onderhandelingen met de oppositie, is ook het regime van Assad niet suïcidaal. Men begrijpt heel goed dat de situatie onhoudbaar is geworden en hervormingen en onderhandelingen de enige weg uit een complete catastrofe voor het land zijn. Het werkelijke probleem ligt hem dan ook in het feit dat een groot deel van de oppositie iedere vorm van dialoog afwijst en enkel genoegen zal nemen met de val van het huidig regime. Terwijl het Westen het Syrische regime straft met economische sancties, omdat zij niet aan de eisen van de VN voldoet wordt er echter geen enkele actie ondernomen tegen de Syrische oppositie die er geen enkel geheim van maakt dat zij totaal geen interesse in dialoog hebben.

Een zeer onverantwoord hoofdstuk in de geschiedenis van de media is hiermee ingeluid. Door het gebruik van misleidende onbetrouwbare bronnen en nieuws manipulatie, halve waarheden en regelrechte leugens wordt het grote publiek klaar gestoomd voor een nieuwe bloederig conflict. De journalistiek - onderdanig aan hun meesters van de grote private mediaconglomeraten - rechtvaardigt hiermee het moderne imperialisme dat aan de grondslag ligt van het Syrische conflict en neemt de rol in van regelrechte imperialistische neoliberale staatspropaganda.

Marten


woensdag 23 mei 2012

Kapitalisme: De drijfveer achter massa-immigratie


In de roerige jaren '60 opende de Nederlandse regering haar grenzen om gastarbeiders toe te laten in ons land. Dit was voornamelijk ten gunste van het groot bedrijfsleven. Die stonden te popelen om gebruik te kunnen maken van de goedkope buitenlandse arbeidskrachten die weinig of geen traditie van sociale strijd kenden. Dit immigratiebeleid was er voornamelijk op gericht om een neerwaartse druk te zetten op de lonen van de Nederlandse werknemers, hun ijver om te demonstreren te verminderen en de eenheid binnen de werkende klasse te breken. Nu, meer dan 30 jaar later, is er feitelijk nog niets concreets veranderd aan deze situatie. Alhoewel menig politieke partij niet langer openlijk durft te hameren op meer arbeidsmigratie, is het ook vandaag de dag nog steeds het groot bedrijfsleven dat alle belang heeft bij de grootscheepse toestroom van buitenlandse arbeidsmigranten.

Zoals we allen weten kent Nederland een lange traditie van immigratie. In veel gevallen speelden deze immigranten historisch gezien een progressieve rol binnen de sociale strijd. Echter met de naoorlogse massale immigratiestromen van ongeschoolde, voornamelijk niet-westerse, arbeiderskrachten kregen de Nederlandse werkgevers de kans om de toenemende eisen met betrekking tot de arbeidswetgeving te ontwijken. In de jaren '60 werden er in Turkije, Marokko en andere landen wervingsbureaus geopend die een gigantische aanzuigende kracht hadden op laaggeschoolde en goedkope buitenlandse arbeidskrachten, zodat het groot bedrijfsleven in Nederland kunstmatig de lonen laag kon houden. Deze buitenlandse arbeidskrachten die veelal op zoek waren naar een beter leven, werden (en worden) vaak uitgebuit en belanden dan ook in een uitzichtloze situatie. Sinds die tijd werkte het kapitalisme een competitie in de hand binnen de nationale arbeidskracht door een reserve leger van loonarbeiders op te bouwen.

Sinds het begin is massa-immigratie voornamelijk dan ook een kapitalistisch fenomeen. Het is het groot bedrijfsleven dat tot op de dag van vandaag blijft schreeuwen om meer en meer immigratie, zonder om te kijken naar de ontwrichtende gevolgen voor de samenleving. Massa-immigratie staat dan ook geheel in de traditie van het laissez fair kapitalisme met haar vrijhandel en het bijbehorende principe van open grenzen. Er wordt een goedkope arbeidsmarkt gecreëerd met laag opgeleide arbeidskrachten die in het buitenland geworven worden. Europa wordt vandaag de dag bestuurd door een kleine elite die goedkope arbeidskrachten wenst voor banen waarbij een tekort aan regionale arbeidskracht is, maar voornamelijk om de lonen kunstmatig laag te houden en arbeidswetgeving te ontwijken door de verzadiging van de arbeidsmarkt. Deze lobbyisten, die een grote invloed op nationale regeringen en de Europese commissie hebben, pleiten dan ook vanuit een puur economische logica voor de uitbreiding van Europa en immigratie. Echter bij dit kapitalistisch economisme wordt compleet voorbij gegaan aan de gigantische negatieve sociologische consequenties die hieraan verbonden zijn voor de bestaande samenleving.

Immigranten representeren in feite dan ook het reserve leger van het kapitalisme. Het blijft verwonderlijk dat de veelal linkse netwerken die zich bezig houden met immigratie, in veel gevallen dus direct of indirect de belangen van het groot bedrijfsleven dienen. Criminele netwerken, mensensmokkelaars, "mensenrechten"-activisten en ondernemers zijn allen om hun eigen redenen voorstanders van een complete afschaffing van grenzen ten gunste van de wereldwijde vrije markt. Men gaat volledig voorbij aan het feit dat de meeste immigranten hun ontheemding en delokatie te danken hebben aan de eindeloze logica van de vrije wereldmarkt. Voor hen representeert de vrije wereldmarkt een soort natuurlijk kader voor "wereldburgerschap" en een "bevrijdend" nomadisme. Echter feitelijk betekent migratie niets anders dan een proces van universele competitie, waarbinnen migratie geen grotere emanciperende waarde heeft dan in het thuisland verblijven. Een nomadisch individu is echt niet eerder in staat om kritisch te zijn of in opstand te komen dan een persoon die geworteld is in een bepaald territorium. Zolang mensen hun families en gemeenschap in de steek laten om elders werk en welvaart te zoeken - vaak met gevaar voor eigen leven - zullen zij vermorzeld blijven worden in de loopband van het kapitalisme. Zij vertegenwoordigen niet de voorvechters van de emancipatie, maar vertegenwoordigen de zelfgenoegzame agenten van het post-moderne Westen.

Eenieder die kapitalisme bekritiseert terwijl deze massa immigratie goedkeurt, doet er wijs aan zichzelf stil te houden! Voor wie immigratie bekritiseert zonder het kapitalisme af te keuren geldt hetzelfde!

Anton


woensdag 16 mei 2012

De betekenis van bezit: Vrijheid

Donkere wolken hangen boven Europa, steeds meer mensen voelen de gevolgen van de economische crisis die veroorzaakt is door het neoliberale casino kapitalisme. De immense staatsschulden van landen zoals Griekenland, Spanje, Portugal en Italië hebben ertoe geleid dat de bevolking in een uitzichtloze armoede wordt gestort. Sociale voorzieningen worden ontbonden, instituties en nutsbedrijven geprivatiseerd, lonen worden gehalveerd en de werkeloosheid stijgt tot ongekende hoogtes. Hoewel men vooralsnog vooral in zuid Europa met deze ontzaglijke problemen worden geconfronteerd, blijven ook de noord Europese landen niet gespaard. De Nederlandse regering wil op jaarbasis meer dan 18 miljard euro aan bezuinigingen door gaan voeren. Onze Vlaamse en Waalse zuiderburen zouden volgens de Europese norm zelfs 25 miljard moeten gaan bezuinigen. Als we een ding kunnen leren van de economische crisis is; dat het absoluut noodzakelijk is om onze economische infrastructuur te veranderen en afscheid te nemen van het neoliberale casino kapitalisme.

Er is iets goed mis met het bedrijfsleven in ons land. Het wordt grotendeels gedomineerd door multinationals en buitenlandse aandeelhouders die geen enkele binding hebben met de werknemers die voor hen produceren. De winsten worden niet terug gegeven aan de werkende bevolking maar aan de aandeelhouders die niet deel nemen aan het productieproces. Feitelijk is armoede de afwezigheid van bezit. Een salaris betaald krijgen is eveneens geen bezit want diegene die het salaris uitkeert domineert diegene die het ontvangt. De ontvanger heeft immers weinig of geen vrije keus omdat deze afhankelijk is van dit salaris. Dit leidt dan ook tot een uitbuiting van de werkende bevolking door de werkgevers en aandeelhouders. Dat is dan ook het gevolg van ons huidig economisch systeem; het kapitalisme. Hoewel het kapitalisme zegt vrijheid als ideaal te hebben, concentreert de welvaart binnen dit systeem zich bij een steeds kleiner wordende groep mensen. Omdat het bezit steeds verder gelimiteerd wordt krijgt deze kleine groep mensen een steeds grotere buitenproportionele (economische) macht. De staat wordt meer en meer een middel om de belangen van deze groep mensen te behartigen en de kloof tussen werknemer en werkgever wordt enkel groter.

Zowel binnen links als rechts in het politieke spectrum kan men antwoorden vinden op dit theoretisch onrecht dat samen gaat met deze kapitalistische uitbuiting. Allen komen tot de conclusie dat enkel de eerlijke herverdeling van bezit kan leiden tot een permanente oplossing evenals een eerlijk en juist alternatief. Door werknemers een aandeel te geven in het bedrijf waar zij werken en hen dus mede-bezitter te maken kan men een gemeenschap van economisch vrije mensen realiseren. Door via de eigenaars (de bezitters) en de gemeenschap te produceren, kan het voorkomen worden dat het bezit eigendom wordt van een kleine groep speculanten. Door het bezit eerlijk te verdelen voorkomt men dat kleine groepen mensen bepaalde privileges boven de rest van de gemeenschap kunnen vergaren. Het voorkomt dat werkloze parasieten kunnen leven, zonder te werken, door de exploitatie van andermans werk. Het streven is dan ook een samenleving waarbinnen het overgrote deel van de burgers genoeg bezit hebben om economisch vrij te zijn.

Hoewel dit voor veel mensen een utopisch en onhaalbaar ideaal lijkt te zijn, is het in het heden en verleden al in de praktijk verwezenlijkt. Een van deze praktijk voorbeelden kan men vinden in Spanje. Terwijl het land geteisterd wordt door de economische crisis en bijna alle gemeentes noodsteun nodig hebben, is er een gemeente die haar begroting zeer goed op orde heeft. Het 2700 inwoners tellende dorpje Marinaleda in Andalusië heeft een bijna volledig zelfvoorzienende lokale economie weten te realiseren. Er is het hele jaar werk, iedereen verdient hetzelfde en er wordt geen winst uitgekeerd. In plaats daarvan wordt de winst gebruikt om nieuwe banen te creëren. De bevolking wordt direct en democratisch betrokken bij alle beslissingen omtrent de begroting. Het dorp kent geen corruptie, geen hoge hypotheeklasten en praktisch geen werkloosheid, men kan er wonen voor slechts 15 euro per maand. Een ander voorbeeld is het bedrijf Mondragón uit het Baskenland. Met meer dan 80.000 werknemers en een omzet van 15 miljard euro ondervind het geen enkele hinder van de economische crisis. Het bedrijf kent een systeem van arbeiderszelfbestuur en winstdeling; al haar werknemers zijn tevens de aandeelhouders. Wordt er winst gemaakt dan delen alle werknemers hierin mee, moet er bezuinigd worden dan leveren zij allen een deel van hun salaris in om ontslagen te voorkomen. Collectieve solidariteit vormt hier dan ook de sleutel.

Willen wij echt economisch vrij zijn moeten wij lering trekken uit deze voorbeelden. Het is mogelijk om alternatieven voor het casino kapitalisme te vinden. De gehele betekenis van bezit is de economische vrijheid die het ons geeft. Iemand die in zijn eigen huis woont of een aandeel in zijn bedrijf heeft buit niemand uit. Vanuit onze gemeenschap moeten we de gewoontes creëren die nodig zijn om echte economische vrijheid te realiseren en te behouden. Pas dan kunnen we van een vrije samenleving spreken waarin solidariteit centraal staat.

Anton


donderdag 10 mei 2012

Vrije markt of vrije gemeenschap?

De afgelopen jaren zien we een tendens van privatisering in Nederland. Meer en meer publieke bedrijven en diensten worden door de overheid verkocht aan de private sector ten gunste van de zgn. vrije markt oftewel het ongelimiteerde kapitalisme. Als we onze politici en bepaalde (neo)liberale economen moeten geloven garandeert de vrije markt en het kapitalisme oneindige economische groei en een oneindige toename van welvaart en welzijn voor de gewone burger. Maar klopt dit beeld dat men ons probeert te schetsen wel? Of is de vrije markt en het kapitalisme toch niet het wondermiddel dat de politici ons willen doen geloven? 

Hoewel veel mensen vandaag de dag onze Westerse welvaart toeschrijven aan de vrije marktwerking en het kapitalisme, hebben wij deze welvaart voornamelijk te danken aan de eeuwenlange succesvolle exploitatie van andere continenten. De transfers van koloniale opbrengsten leidden in het Westen tot een gunstig klimaat voor kapitaal investeringen en dat gaf dan ook de eerste stoot richting de industriële revolutie. Echter deze accumulatie van rijkdom betekende niet dat het volk hier vanzelfsprekend van kon profiteren. Feitelijk zien we pas de laatste 60 jaar een tendens waarbij een groot segment van de bevolking eveneens enige welvaart kan verwerven. Dit is mede te danken aan het belang dat kapitalisten achten aan een afzetmarkt voor hun producten. Uiteraard werd er tegelijkertijd ook naar plaatsen gezocht waar men zo goedkoop mogelijk kon produceren met economische delokalisatie tot gevolg. Er werd hierdoor een maatschappij gecreëerd waar allerhande kunstmatige behoeften werden geschapen en de productiviteit steeds verder werd opgevoerd. Zo zou de vrije markt economische groei stimuleren. Echter feitelijk is er geen concrete relatie te leggen tussen deze economische groei van de vrije markt en de echte welvaart van een natie. Sommige landen met een open economie groeiden immers niet, terwijl andere landen met een relatief gesloten economie juist wel een aanzienlijke groei kenden. De beste economische groeicijfers in Europa dateren bijvoorbeeld uit de eerste 30 jaar na de tweede wereldoorlog, een tijd waarin de economie van Westerse landen juist zeer sterk gereguleerd werd vanuit overheidswege en van een vrije markt bijna geen sprake was. 

Eveneens staat economische groei niet automatisch gelijk aan een hogere levenstandaard en minder armoede binnen de gemeenschap. Het gemiddeld BBP (Bruto Binnenlands Product) vertelt immers niet hoe de toename van rijkdom eigenlijk verdeeld wordt. In veel gevallen ziet men juist dat deze economische groei samen gaat met een verarming van grote delen van de populatie, terwijl slechts een zeer klein segment van de bevolking werkelijk bevoordeeld wordt. Het BBP wordt gemeten aan de marktwaarde van de optelling van alle economische productie. Bij deze economische graadmeter wordt echter compleet voorbij gegaan aan de negatieve effecten die dat met zich mee brengt - bijvoorbeeld de grootschalige ontginning van natuurlijk kapitaal zoals grondstoffen en de grootschalige vervuiling van het milieu dat hiermee gepaard gaat. En als men dan al van een toename van de welvaart kon spreken, heeft dit dan ook automatisch geleid tot meer welzijn? Het antwoord hierop is eenduidig nee! De hoge Westerse werkdruk en de steeds langere werkdagen hebben allerhande negatieve gevolgen voor het sociale leven en de volksgezondheid. Meer en meer mensen raken overspannen door stress, krijgen depressies of andere gezondheidsproblemen. Eveneens leidt de kapitalistische consumentencultuur tot een maatschappelijke degeneratie en een compleet verlies van de eigen normen en waarden ten gunste van een materialistische consumptiemaatschappij - het creëert een banale cultuur van egoïstische wereldburgers. 

Een ander negatief effect van de vrije markt en het kapitalisme is de gigantische economische ongelijkheid die het creëert. Ongeveer 2 % van de algehele wereldbevolking bezit meer dan de helft van alle rijkdom die de aarde kent! Deze kloof lijkt enkel groter en groter te worden. Waar in de jaren '80 de directie van het bedrijfsleven nog ongeveer 42 keer meer salaris ontving dan de gemiddelde werknemer, is dit inmiddels opgelopen tot 425 keer meer. Door de financiële crisis waar wij ons momenteel in bevinden zal deze ongelijkheid enkel nog verder toenemen. De crisis zal eveneens leiden tot een gedwongen vrije markt beleid zoals we in landen als Griekenland, Spanje en Portugal momenteel al zien gebeuren. Door de afbouw van de sociale voorzieningen, uitverkoop en privatisering van overheidsbedrijven en de liberalisering van prijzen worden grote delen van de bevolking van deze landen een uitzichtloze armoede en ellende ingestort terwijl slechts een kleine rijke internationale elite hiervan stevig profiteert. Ook in Nederland hebben de privatiseringen en de vrije markt niet geleid tot een significante verbetering van de levensstandaard of een toename van de kwaliteit van de diensten. De vrije markt lijkt dus op alle vlakken van haar streven te falen - buiten de winstmaximalisatie van kleine private groepen om uiteraard. 

De wereld is de afgelopen eeuw drastisch veranderd. Internationale conglomeraten en kapitaal struinen de wereld af op zoek naar de locaties die de meest interessante investeringsmogelijkheden weten te bieden. De wereld is hiermee gereduceerd tot een gigantisch jachtgebied voor internationale private ondernemingen waarbij gemeenschappen wereldwijd bruut onderworpen worden aan de oneindige hebzucht van het kosmopolitische kapitaal. Het moge duidelijk zijn dat wij als identitairen dit door en door rotte systeem met alle macht moeten verwerpen. In onze visie moet de economie er zijn om in de welvaart te voorzien van diegene die hem gecreëerd hebben. Zij staat niet ten dienste van de winsten van private ondernemingen maar altijd ten dienste van het welzijn van de samenleving. Economie moet niet verworden tot een speelbal van kapitalisten in hun immorele en wrede concurrentie strijd van allen tegen allen. Het opbouwen van een gezonde regionale interne markt, regionale autarkie, eigen productie capaciteit en sociale bescherming zijn hierbij van een fundamenteel belang. Enkel op deze manier kan de gemeenschap wederom zelfbeschikking realiseren voor eenieder die er deel van uit maakt en zichzelf beschermen tegen de negatieve invloeden van buitenlandse producten en buitenlands kapitaal. Het is het enige wapen voor gemeenschappen die hun eigenheid en identiteit willen bewaren in een alsmaar verder mondialiserende wereld. De strijd voor eigen identiteit is een strijd tegen de kosmopolitische instituties van de vrije markt en het kapitalisme. Pas als men beseft dat regionalisme en economische zelfbeschikking ons verzekeren van echte vrijheid en echte sociale rechtvaardigheid zal men een harmonieuze en vreedzame wereld van vrije gemeenschappen kunnen realiseren. 

Anton



donderdag 3 mei 2012

Pensioenfondsen: Financier je eigen ontslag

De afgelopen tijd is er veel te doen geweest rondom de verhoging van de pensioensgerechtigde leeftijd en de pensioenfondsen. Een pensioenfonds beoogt volgens de definitie een organisatie te zijn die zich ten doel stelt om volgens een pensioenregeling na pensionering, uitkeringen te doen aan deelnemers van het fonds, die daartegenover gedurende hun hele leven daarvoor pensioenpremie hebben betaald. Daarnaast wil men gepensioneerden langzaamaan gaan laten betalen voor hun eigen AOW! Deze maatregelen zouden nodig zijn om op de lange termijn de arbeidsparticipatie duurzaam te verhogen en om publieke en sociale voorzieningen betaalbaar te houden zoals de AOW. De arbeider wordt dus driedubbel genaaid, langer werken, minder geld en er ook nog eens zelf voor moeten betalen! Waarom zou je nog sparen voor een pensioen waarvan je niet eens zeker weet dat het ook maar enigszins rendabel gaat zijn tegen de tijd dat je er recht op hebt. We zijn in de greep van de pensioenfondsen en hebben zelf niet eens in de gaten hoe zeer we door hen belazerd worden!

Ondernemingen staan in dienst van de pensioenfondsen. Ze worden bestuurd door de beheerders van die pensioenfondsen; de institutionele beleggers. Deze nieuwe gezagsvorm heet corporate governance, een regering van speculanten, die toezicht uitoefenen op en leidinggeven aan alle beslissingen en bepalen welke richting de onderneming op gaat. Ondernemingen ondervinden schade van de ijzeren greep waarin de pensioenfondsen hen houden. De pensioenfondsen verlangen buitensporige dividenden van ondernemingen, waardoor zij tot een drastisch beleid gedwongen worden. Loonkosten moeten worden gedrukt, er vallen massa ontslagen, met als schitterend voorwendsel dat de besparingen ten goede komen aan het pensioen. Het pensioen van de werknemers die door deze ontslagen getroffen worden? Zulke ondernemingen vervreemden van de realiteit en de echte wereld, ze steunen niet meer op productie alsmede signalen uit de markt en maken een abnormale of surrealistische ontwikkeling door in ieder geval tot de speculatieve bubbel barst. De onmogelijke besparingen ten behoeve van versnelde winst beogen de concurrentiepositie van ondernemingen te verbeteren, niet op het gebied van kwaliteit, maar alleen wat betreft de jacht op speculatieve investeringen. Ook al gaat dit ten koste van kwaliteit en de oorspronkelijke identiteit van de ondernemingen. Ze worden in een speculatieve maalstroom geworpen, waar hun echte activa, hun kennis en zelfs hun bestaan nauwelijks meer van belang zijn. Deze ondernemingen doen niet alleen meer mee met de casinospelen van de markteconomie; ze worden zelf het casino en functioneren alleen nog om onmiddellijk de vereiste waanzinnige winsten te behalen. 

Wij weigeren te accepteren dat het deel van de lonen dat wordt wegbezuinigd, geamputeerd en opgeofferd om de pensioenfondsen te waarborgen, nu in gevaar wordt gebracht omdat het wordt gebruikt voor risicovolle investeringen, die uitsluitend mensen met een groot vermogen zich kunnen veroorloven- dezelfde lieden die er uiteindelijk alleen maar nog rijker op worden. Enkel de kleine aandeelhouders of de werknemers met aandelen in het bedrijf worden getroffen door deze risicovolle investeringen waar ze zelf geen zeggenschap over of zicht op hebben. Zij kunnen alleen wensen dat de pensioenfondsen succes hebben, zij kunnen zich immers niet permitteren verlies te leiden. De werknemers die bij dragen aan het succes van een onderneming raken door hun aandelen op een andere manier betrokken bij het bedrijf en hebben er op die manier zelfs belang bij dat er massa ontslagen vallen; massaontslagen garanderen immers grote stijgingen van de aandelen op de beursvloer. Ze sponsoren in principe dus hun eigen werkeloosheid. Doe dus ook niet mee aan deze Russische roulette van aandelen waarbij jouw baan de volgende kan zijn die sneuvelt! 

Het is gewoonweg schandalig hoe zonder enige veiligheidsgarantie wordt gejongleerd met wat een zekerheid behoord te zijn. Een verworven recht op pensioen, een duidelijk omschreven en onvoorwaardelijke uitkering wordt verbeurd verklaard. Oftewel ter wille van de speculatie worden de mensen door de private sector van hun recht beroofd. Gepensioneerden die bedrijven met hun arbeid in leven hebben gehouden, worden afhankelijk van wisselvallig beleid en wisselvallige beurskoersen.

Ook onze toekomst en onze oude dag hangen ervan af!

Lideweij



dinsdag 1 mei 2012

Wat kunnen we leren van Mei '68?

Op sommige gebieden van de samenleving, politiek en cultuur zijn de verschillende revoluties die plaats vonden in de jaren ’60 spectaculair geslaagd. Op andere gebieden hebben zij echter jammerlijk gefaald. Een van de definiërende ideeën van de jaren ’60 was de tegenstand tegen de grote corporaties. Echter vandaag de dag zijn transnationale corporaties groter en machtiger dan ooit. De generatie van de jaren ’60 drukte ook een verlangen uit voor de terugkeer naar de natuur, de wens voor een meer natuurlijk bestaan. Desondanks is de wereld enkel meer gemechaniseerd, gecommercialiseerd en nog verder getechnologiseerd sinds die tijd. 

Een ander populair idee dat uit deze tijd stamt, is een soort van robuust individualisme. Echter de “spijkerbroeken generatie” heeft hiermee het nieuwe uniform gecreëerd. Iedereen die zich hiervan afgescheiden had – de squares - werd net zo slecht behandeld als de beatnicks uit de jaren ’50. De scherp gedefinieerde hiërarchie van “cool” versus “square” was zowel ongegrond als sociaal destructief. Desalniettemin werd de nieuwe orthodoxie gekarakteriseerd als vrijheid. Na de onderdompeling in MTV en andere elektronische media, de dreunende lezingen van politiek correcte pedagogen en na de intense collectieve druk van de adolescentie, claimt de hedendaagse samenleving diegene die volwassenheid bereiken vrijheid van keus te geven omtrent de waarden die zij erop na houden en de levensstijlen die zij er op na willen houden.

Nergens anders waren de ontluikende tegenstellingen van de jaren ’60 zo duidelijk te zien als in de rock muziek. De fijne kneepjes van het commercieel zijn of “niet” commercieel zijn werd een punt van discussie, dit terwijl het overduidelijk was dat rockmuziek altijd al gedreven werd door geld. Tegen de tijd dat iemand een opkomende rock artiest hoort op de radio is het bijna zeker dat hij of zij een groot aantal deals heeft gesloten om daar te komen. Om de een of andere reden moet het publiek toch overtuigd worden van de onbezoedelde eerlijkheid van de rockster. Dit wordt dan ook doorgaans bevestigd door de obsceniteit van de teksten en de vulgariteit van het persoonlijke gedrag van de artiest. Uiteraard moet het publiek ook worden gerustgesteld dat de rockster naast een feestbeest toch wel een aardig persoon is die zich bezig houdt met een aantal goedgekeurde sociale problemen. 

De subversieve natuur van rockmuziek is grotendeels een fabricatie. Het is uiteraard waar dat extreme bewegingen zoals trash metal en gangsta rap over het algemeen geweld en decadentie promoten. Dit doen zij echter zonder enige betekenisvolle uitdaging aan de hedendaagse politieke en sociale systemen op te leggen. Genotzucht is immers het middelpunt van iedere moderne consumentencultuur. Uiteraard zullen de teksten van sommige musici een kritiek zijn op de hedendaagse samenleving, net zoals sommige films en televisie shows dit zijn. Echter de notie dat oprechtheid gelijk staat aan sociale rebellie heeft praktisch al haar geloofwaardigheid verloren (en terecht). 

Er zit echter enige waarheid in het idee dat nieuwe generaties over het algemeen veel van de ideeën en het gedrag van vorige generaties verwerpen. Er is dus een mogelijkheid dat de komende jaren een toenemende afgunst ontstaat tegenover de media oligarchie, consumentisme en de mechanische sociale conditionering. Een dergelijke beweging vereist een bepaalde subtiliteit en verfijning in zijn kritiek. Zo kan bijvoorbeeld de wereld van rockmuziek veel sneller gecensureerd worden dan de muziek zelf. Muziek is een van de primaire middelen voor de socialisatie van de hedendaagse jeugd, het behoudt haar authentieke romantische en idealistische thema’s al worden deze in de uitvoering nogal eens verstoord. 

Uiteraard zijn er traditionele critici die stellen dat de enige waardevolle houding voor iemand met enig verstand tegenover de Noord-Amerikaanse massacultuur er een is van sterke kritiek en bijna algehele afwijzing. Uiteraard is er iets heroïsch en idealistisch aan het vechten tegen datgene wat men ziet als een corrupte en sociaal destructieve oligarchie, het strijden om een echte betekenis te vinden in het eigen leven en om te werken naar de creatie van een echt sociaal en spiritueel leven voor de gemeenschap en de natie. In dit opzicht klinken de traditionalisten opvallend veel als de hippies uit de jaren ’60. De hedendaagse traditionalisten die oproepen tot een idealisme dat geworteld is in de natie, familie en lokale gemeenschap zijn feitelijk de ware erfgenamen van de meest idealistische segmenten van de boodschap van de jaren ’60. Aspecten zoals het behoudt van de lokale leefomgeving, robuust individualisme en het ware gemeenschapsgevoel vindt men hier nog terug terwijl deze grotendeels afwezig zijn in onze moderne samenleving. 

Ironisch genoeg ziet het ernaar uit dat het succes van deze beweging sterk zal afhangen van het vermogen van haar voorvechters om de media oligarchie te exploiteren. Het is dan ook belangrijk om het vermogen van de moderne Amerikaanse consumentencultuur om ideeën te absorberen en voor haar eigen doelen te gebruiken niet te onderschatten. 



vrijdag 13 april 2012

Identiteit: Baken in de Kosmopolitische Wereld

De grote gebeurtenissen na de val van de Berlijnse muur en de daarop volgende val van de Sovjet Unie zorgden voor een nieuwe geopolitieke orde. Het einde van deze periode van Koude oorlog zorgde voor een herdefiniëring van de geopolitieke relaties. Dit leidde tot een meer algemene evolutie in gedachten en gebruiken. Binnen sociale en politieke relaties – met name op internationaal niveau – zien we een nieuwe levensbeschouwing die problemen met de staat en samenleving geheel anders benaderd dan haar historische voorgangers. Deze nieuwe ontwikkelingen beschrijft men weleens als “de beschaving van internationale politiek.” 

De laatste decennia ziet men deze internationale gemeenschap echter steeds meer en meer vorm krijgen door permanente oorlogen en conflicten. Hoewel het verdwijnen van de oude orde meer problemen oplevert dan het oplost, lijkt het niet langer te stoppen te zijn. Dit komt niet enkel door het internationale systeem maar eveneens door een meer algemene en meer overtuigende evolutie. In deze tijd erkent men niet langer een sociaal of politiek dogma; de grote collectieve doelen die gebaseerd zijn op symbolische mythes (zoals bijvoorbeeld “het vaderland” of “het proletariaat”). Men focust zichzelf eerder op beperkte delen van de menselijke aard die enkel gerelateerd zijn aan individueel gedrag zoals welvaart, hedonisme en de ontwikkeling van de individuele persoonlijkheid. Dit laatste heeft natuurlijk ook grote voordelen, zoals een groter bewustzijn over het ecosysteem, erkenning van de nood van de zwakkeren en het afwijzen van imperialisme om maar wat voorbeelden te noemen. 

De andere kant van de munt is echter de complete leegte van deze postmoderne tijd. Dit proces valt samen met de internationalisatie van de economie en de globalisering van culturen. Dit resulteert in een mondiale adoptie van het overwinnende culturele model; het hedonistische Amerikaanse model dat uit de rijkste en meest welvarende samenleving is ontsproten. Dit leidt tot een kosmopolitische homogeniteit die feitelijk leeg, vals en kunstmatig is. Het resultaat is een wereld die wordt gereduceerd tot een gigantische markt die bij elkaar wordt gehouden door de beweging van goederen, diensten en kapitaal. Het wordt cultureel gestandaardiseerd als een product van de Anglo-Saksische cultuurindustrie die ons de waarden van de consumentenmaatschappij oplegt. 

Deze verschuiving is een onomkeerbaar historisch proces dat net zo een grote invloed zal hebben als de industriële revolutie van de 19de eeuw. Het tegenovergestelde kunnen we echter zeggen over de onderdrukking van onze gehele planeet door een ideologie die economie als het enige fundament voor het menselijke welzijn ziet. Een ideologie die culturele en etnische verschillen enkel ziet als onbetekenende en bizarre afwijkingen van de mondiale sociale “normaliteit”. Deze verschillen zijn echter de meest grote en krachtige obstakels voor het opdringen van deze internationalistische en economische ideologie die de wereld naar haar eigen voorkeur wilt vormen. 

Culturele eigenheid is etnisch van karakter en moet benaderd worden in de context van een georganiseerde oppositie tegen internationalisme, globalisering en universele standaardisatie. Het antropologische en biologische component van etniciteit is hierbij van secundair belang omdat dit grotendeels irrelevant is bij sociale interactie tussen mensen. Van primair belang is het gevoel van etnische verwantschap, een identiteit die correspondeert met een specifieke cultuur en een gedeelde taal, normen en waarden binnen leden van een bepaalde etnische groep. Deze etnische dimensie binnen een mondiale samenleving zorgt voor een “bron van identiteit”. Dat is een mechanisme van identiteit dat zich baseert op de culturele en linguïstische afkomst. Etnische afkomst is dan ook de ultieme vorm van algemene interpersoonlijke solidariteit en de meest “gemeenschappelijke” soort. 

Het wortelen van het individu binnen een “gemeenschappelijke” omgeving die zich karakteriseert door sterke linguïstische en culturele banden is het meest succesvolle tegengif tegen de atomische en individualistische “anomie” samenlevingen die voortkomen uit het moderne internationalistische systeem. De atomische mens is verdwaald in een immense sociale omgeving en wordt blootgesteld aan een onophoudelijke stroom van informatie. Hij is steeds minder in staat om zijn eigen lot te bepalen en blijft gemanipuleerd worden door hen die de absolute macht hebben; diegene die de stroom informatie onophoudelijk doen circuleren. 

De gemeenschappelijke banden die samen gaan met onze etnische afkomst klagen al deze aspecten van de mondiale samenleving aan. Het stelt mensen in staat om weer in contact te komen met de realiteit, voorbij de bemiddelende sluier van wereldwijde informatievoorziening die zichzelf in stand houdt. Het minimaliseert de beslissende invloed van vreemde machten binnen de etnische gemeenschap en staat het toe dat er meer participatie van het individu zal plaats vinden binnen de processen van collectieve wil. Een etnische opleving, het terug eigenen van eigen identiteit door etnische groepen, het terug vinden van de wortels van volkeren, zijn het meest krachtige wapen tegen de mondiale nivellering die er momenteel plaats vindt. Een machtig wapen tegen het onophoudelijke vernietigen van verschil en tegen de grijze smeltpot die de moderne mondiale samenleving aan het worden is. 





donderdag 12 april 2012

Vertegenwoordigt de Occupy beweging de 99% nog?

Sinds de economische crisis van 2008 zijn er woelige en onzekere tijden aangebroken. Het is inmiddels 2011 en revolutie lijkt in de lucht te hangen, de mensen pikken het niet meer. In het Midden-Oosten brak de Arabische lente uit en in Spanje kwamen de Indignados in opstand met hun 15 mei beweging. Dit vond navolging met het ontstaan van de inmiddels bekende Occupy beweging die in Wallstreet wortelde maar al snel wereldwijde navolging kreeg.

We kunnen met recht stellen dat de Occupy beweging zich onderscheidt van de meer traditionele politieke bewegingen. Vernieuwend is dat deze beweging claimt te bestaan uit gewone mensen, de symbolische “99 %”, met verschillende politieke meningen van links tot rechts, religieus en atheïstisch, progressief en conservatief; allen verenigen zich omdat zij zich zorgen maken om de politieke, sociale en economische toestand waar wij ons allen in bevinden. Het is een beweging die zich in de democratische traditie van openbare volksbijeenkomsten plaatst en doormiddel van protesten en bezettingen haar ongenoegen over het systeem (de 1%) uit.

Er kwamen echter al snel praktische problemen met betrekking tot de Occupy strategie aan het licht. Sommige Occupy kampen trokken grote aantallen lokale daklozen en drugsverslaafden aan. De onmacht (en onwil) van sommige van de initiatiefnemers om deze mensen te weren leidt met enige regelmaat tot wangedrag, agressie en geweld. Dat dit een grote aanslag is op de beeldvorming en publieke opinie rondom de Occupy protesten mag duidelijk zijn. Als gevolg hiervan komen de Occupy kampen onder druk te staan om ontruimt te worden door pressie vanuit de politiek, gemeente, politie en lokale ondernemers die overlast zouden ondervinden.

Zoals iedere beweging zonder duidelijk geformuleerde politieke doelstelling en een brede achterban wordt deze een gewild doelwit voor allerhande sektarische groepen die proberen hun eigen agenda aan Occupy op te leggen. Vakbonden, politieke partijen en maatschappelijke organisaties proberen allen hun graantje mee te pikken van de Occupy beweging. Dit heeft ertoe geleid dat de Occupy beweging een steeds meer uitgesproken links karakter lijkt te krijgen. Uiteraard draagt ook het feit dat vooral diegenen die de organisatiegraad en tijd hebben om de Occupy kampen op te zetten uit het linkse actiewezen afkomstig zijn hieraan bij. Desalniettemin moeten we hun inzet en volhardendheid bewonderen.

Inmiddels zaaien sektarische groepen politieke verdeeldheid binnen het Occupy kamp. Zoals we zelf nog recent in de praktijk en op sociale media hebben kunnen ondervinden worden bepaalde mensen uitgesloten op grond van hun politieke overtuigingen. Meningen en discussies worden gecensureerd en diegenen die niet aan het persoonlijke politieke ideaalbeeld van de linkse actievoerders voldoen worden simpelweg uitgesloten en monddood gemaakt. De Nederlandse Occupy beweging lijkt meer en meer te veranderen in een verlengstuk van de traditionele linkse beweging in plaats van een op zichzelf staand fenomeen. Onze ervaringen leren dat het open karakter van Occupy onder druk is komen te staan, wat nog eens bevestigd werd door enkele gewelddadige aanvaringen met de media.

De politiek correcte Stasi heeft schijnbaar de nobele taak op zich genomen om als politieagent van de Occupy beweging te functioneren. Op grond van persoonlijke vooroordelen, angst en een compleet gebrek aan inhoudelijke argumentatie worden afwijkende meningen (lees meningen die niet aan het linkse ideaalbeeld voldoen) niet langer getolereerd. Het is immers gemakkelijk om de discussie uit de weg te gaan. Zij pretenderen het alleenrecht te hebben als de ware wereldverbeteraars met het absolute monopolie op de waarheid en als moreel superieure autocraten nemen zij de nobele taak op zich om allen die zich daar niet aan schikken het zwijgen op te leggen en te criminaliseren.

Dit alles betekent een gevaarlijke wending voor de Occupy beweging. Immers als enkele sektariërs de enige toelaatbare mening dicteren, hoe kan de beweging dan claimen de volledige 99% te vertegenwoordigen? Waar Occupy is begonnen als een protest tegen het systeem wordt zij met deze ontwikkeling een instrument om het te behouden. Het is immers sektarisme en verdeeldheid waar het systeem en de machtige bedrijfsbelangen bij winnen. Vergeten de linkse critici die protesteren tegen het rechtse overheidsbeleid dat het de politieke systeempartijen van links tot rechts zijn die verantwoordelijk zijn voor de huidige stand van zaken? Dat politici van links tot rechts boter op hun hoofd hebben? Realiseren zij zich niet dat de echte revolutie wordt gestopt door de op werping van honderden politieke en ideologische obstakels? Het wereldwijde kapitalisme beseft zichzelf dondersgoed dat haar in stand houding afhangt van fractionele verdeeldheid. Een verdeeldheid onder de gewone burgers die alle pogingen om tot een politieke en militante eenheid te komen doet falen.

De links versus rechts verdeling is niets meer dan een leugen, een afleidingsmanoeuvre van de 1%. De kracht van de Occupy beweging lag hem juist in het feit dat zij in beginsel de links versus rechts verdeling consequent afwees en een brede achterban wist te verenigen in hun woede. De succesformule ligt hem dan ook in de algemene strategie die sektarisme stellig afwijst en verschillende groepen verenigd in hun afkeer tegen het systeem en tegen het kapitalisme. Het succes hangt af van het vermogen van individuen om de discussie met elkaar aan te gaan op een respectvolle manier en gezamenlijk tot een consensus te komen. Het probleem ligt hem bij de bekrompen dogmatische individuen die zichzelf wensen te rechtvaardigen en er hun eigen egoïstische agenda op na houden. Het systeem weet de theoretische tegenstellingen die zij uitdragen uit te buitten en te voeden. De politiek correcte Stasi werkt dus bewust of onbewust mee aan de ondergang van de Occupy beweging. 

Ondanks enkele slechte ervaringen met de politiek correcte Stasi hebben wij nog steeds vertrouwen in Occupy als een op zichzelf staand fenomeen. Er zijn gelukkig nog echte Occupy’ers die de discussie met eenieder durven aan te gaan ongeacht hun mening en die sektarisme stellig af wijzen. Die zich uit durven te spreken over de hypocrisie en het egoïsme van enkele van hun medeprotestanten. Het feit dat wij bij de meeste Occupy kampen die wij bezocht hebben terecht konden voor een goede discussie met inhoudelijke kritiek over en weer is voor ons een teken dat deze beweging nog steeds grote potentie heeft. Dat er nog steeds oprechte Occupy’ers zijn die voor het algemeen belang van de 99% strijden in plaats van voor een eigen agenda en eigen belang. Hopelijk weet de Occupy beweging trouw te blijven aan haar open karakter, democratische principes en weet het mensen te verenigen in plaats van tegen elkaar op te zetten. Occupy zegt de 99% te vertegenwoordigen, daarbinnen is geen plaats voor sektarisme en de “wij versus zij” mentaliteit.

Marten van Loon





Economische Alternatieven voor Nederland

Sinds eind 2007 is de wereldwijde economie in recessie geraakt. In 2009 leidde dit met de ineenstorting van de Griekse economie tot de Eurocrisis. Ook Nederland ontkomt niet aan deze recessie wat heeft geleid tot forse bezuinigingen en een complete afbraak van onze sociale voorzieningen. De speculatie en honger naar winst van het internationale bankierswezen heeft deze crisis veroorzaakt terwijl de belastingbetaler hier ongevraagd voor op moet draaien. Onze economische systemen worden misbruikt door private banken en effectenmakelaars om zichzelf te verrijken over de rug van het gewone volk. In plaats van op te komen voor de belangen van het Nederlandse volk collaboreren onze politici liever met de machtige financiële instituties die ons land geketend hebben met schuld. Waar vroeger geld nog een middel was voor mensen om van goederen te wisselen is het inmiddels een koopwaar op zichzelf geworden. Geldgraaiende speculanten hebben ons volk uitgeknepen en met de inkomens van miljoenen hardwerkende mensen gegokt om er zelf beter van te worden. Als we een ding kunnen leren van de hedendaagse economische crisis is het dat onze economische en monetaire systemen door en door verrot zijn!

Maar wat zijn onze economische alternatieven? Hoe kunnen wij ons bevrijden van de oneindige macht van de internationale financiële instituties? Het antwoord is economische autarkie! Hoewel het financiële systeem hard op weg is om onder haar eigen gewicht in te storten, kunnen we onszelf beschermen en dit proces bespoedigen door regionaal te opereren buiten de bestaande economische infrastructuur. Door een regionale gemeenschapszin te creeren kan men een uitwisseldienst opzetten waarmee de banken en belastingdienst omzeild kunnen worden. Men kan bijvoorbeeld een regionale munteenheid uitgeven zonder enige vorm van rente of speculatie. Met het LETS (Lokaal Economisch Transactie Systeem) systeem is dit wereldwijd al in de praktijk toegepast. Wellicht een van de bekendste voorbeelden hiervan is de Londonse alternatieve munt genaamd de "Brixton Pound". Maar ook in Nederlandse steden zoals Den Haag, Nijmegen en Eindhoven wordt dit succesvol systeem toegepast. Door de overheidsbureaucratie en de financiële instituties te omzeilen is het dus weldegelijk mogelijk om op regionaal niveau economische vrijheid en onafhankelijkheid te verkrijgen.

Ook op landelijk niveau bieden economische alternatieven uitkomst. Geen land dat haar recht heeft afgestaan om haar eigen geld uit te geven - zoals Nederland - is in staat om doeltreffend sociale en economische zekerheid voor haar volk te bieden. De rentefinanciën van internationale private financiële instituties hebben gehele landen en hun regeringen in hun greep door middel van de staatsschuld. De macht van deze insituties ligt in hun vermogen om geld uit het niets te creëren, dit krediet te verkopen en het met rente terug te laten betalen met fysiek werk en productie - door de belastingbetaler dus. De private banken zijn dan ook niets anders dan parasitaire tussenpersonen die de echte productieve welvaart aanvreten door rente te vragen. Monetaire hervormingen zouden de regering in staat stellen om zichzelf te bevrijden van de staatsschuld en wederom de macht over de economie terug aan het volk te geven. 

Een voorbeeld hiervan is het belastingparadijs Guernsey waar geen successierecht, dividendbelasting, vermogensbelasting, transferbelasting of BTW wordt geheven. Guernsey stond eens economisch stil en produceerde slechts 600 Pond meer dan dat het schuld had. Men besloot dat de uitgave van schuldvrije en rentevrije staatsbiljetten bepaalde publieke werken konden financieren en weer konden worden ingetrokken als de productie klaar was. Als gevolg hiervan ging Guernsey van economische stilstand en schuld naar grote economische bloei en lage belastingheffing. Het geeft tot op de dag van vandaag haar biljetten van de Staatsbank uit. Een ander voorbeeld de Verenigde Staten van Amerika waar Lincoln zijn bekende staatsbiljet de "Greenback" uitgaf. Lincoln stelde dat van zijn twee tegenstanders, het congres en de bankiers, de laatste het meest gevaarlijk was. Lincoln was een voorstander van de constitutionele visie dat “het privilege van het creëren en uitgeven van geld het belangrijkste voorrecht is van de regering”. Hij gaf voor 150.000.000 Dollar aan de bekende Lincoln “Greenbacks” uit hoewel de bankiers zijn inspanningen ondermijnden. Ook president John F. Kennedy probeerde om de banken te omzeilen. Op 4 juni 1963 omzeilde hij met “Executive Order 11110” de Federale bank en liet voor 4 miljard dollar aan “US notes” printen. Dit was presidentieel geld, rente en schuldvrij, dat werd uitgegeven om nieuwe productie te financieren en dat uit de circulatie zou worden gehaald tegen de koers van de consumptie van die productie. Het is waarschijnlijk dan ook geen toeval dat beide heren op dezelfde manier aan hun eind kwamen. 

Deze voorbeelden laten echter duidelijk zien dat economische alternatieven haalbaar zijn. Geld en krediet zijn slechts uitwisselingsmiddelen voor het gemak en geen koopwaar om mee te speculeren. Door de private banken als tussenpersoon weg te halen en rente af te schaffen kan men weldegelijk een gezond economisch systeem realiseren dat is gebaseerd op het maatschappelijke welzijn van diegenen die het produceren. Het rentefinanciële bankierssysteem is met alle middelen een parasiet. Rentefinanciën en rente heffen op lonen zijn parasitaire activiteiten die tussen productie en consumptie in staan. Helaas zijn het in onze moderne plutocratie de financiële instituties die de absolute macht hebben en zijn onze zogenaamde "volksvertegenwoordigers" gereduceerd tot de stromannen van het kapitaal. Daarom zal de verandering moeten beginnen bij onszelf en onze lokale gemeenschap. Wij zullen zelf het initiatief moeten nemen en onszelf moeten organiseren binnen een alternatieve economische infrastructuur.  

Anton