zaterdag 23 juni 2012

Vrijheid en recht voor Vlaanderen



Daarom gedenk.
Den heiligen wenk. 
Van al wat u omringt. Blijf trouw aan uw verleden!
Blijf steeds uw Vlaamschen oorsprong waard!
Wees Vlaamsch van hert en Vlaamsch van aard!
Wees Vlaamsch in uwe spraak en Vlaamsch in uwe zeden!
Uw roem en uw geluk vindt ge op dien weg alleen.
Met al die heerlijkheid der dagen van voorheen!

Drie Zustersteden - Ledeganck


Hoewel nationale identiteit een veranderlijk en dynamisch fenomeen is, kan het niet los gezien worden van een besef van collectieve eigenwaarde. Het begrip "natie" dat ooit door de Romeinen geïntroduceerd werd, kreeg hiermee een nieuwe verdieping in de 19de eeuw. De "natie" werd een gemeenschap gebaseerd op gedeelde identiteit, stamverwantschap, geaardheid en taal. Deze hernieuwde opvatting vond weerklank in geheel Europa, waar de natie voorts gebaseerd was op de overeenstemmende wil van een groep mensen. Het is hierbij belangrijk om de "natie" niet per definitie aan het begrip "staat" te koppelen, omdat de natie feitelijk niets meer en niets minder is dan de uitdrukking van de identiteit van een groep mensen.

Een land waar de strijd voor erkenning van natieschap en identiteit tot uitdrukking kwam is bij onze Belgische zuiderburen. Het jonge Belgische koninkrijk zag het licht in 1830 en was van oorsprong een overwegend Nederlandstalig Vlaams land met een Franssprekende Waalse minderheid. De nieuwe grondwettelijke bepaling van België werd echter niet gebaseerd op de vrijheid van de burger, maar op de vrijheid van de Franstalige heren. Het gezag van de Waalse minderheid ging hiermee zwaarder wegen dan dat van de Vlaamse meerderheid. Het Frans werd uitgeroepen tot de taal der staat en dit heeft ertoe geleid dat het Vlaamse volk werd onderdrukt.

Echter de liefde voor de Vlaamse identiteit was hiermee nog niet verdwenen. Uit de liefde voor de eigen identiteit en de geestdrift om actie te ondernemen werd de Vlaamse beweging geboren. De strijd die deze Vlaamsgezinden voerden stond aan de grondslag van de taalstrijd en was gebaseerd op een eerbied voor de Vlaamse eigenheid. Doordat België zich baseerde op het bestaan van een enkele Belgische "natie" deed zij de werkelijkheid feitelijk tekort. Het leidde tot een ontkenning van een Vlaamse- en Waalse eigenheid.

Omstreeks de 20ste eeuw beperkte de Vlaamse beweging zich niet langer tot louter het politieke en culturele, maar werden meer en meer de economische en sociale aspecten in de strijd betrokken. Men begon in te zien dat politieke macht grotendeels door economische ontwikkeling bepaald wordt. Dit leidde ertoe dat de Vlaamse beweging een Vlaams politiek systeem ontwikkelde. In 1918 werd met behulp van de Duitse bezetting een bestuurlijke scheiding gerealiseerd die uiteindelijk leidde tot de uitroeping van de politieke zelfstandigheid van Vlaanderen. Van 1930 tot en met 1938 werden de wettelijke regelingen voor het taalgebruik herzien. Als gevolg hiervan werd de demografische, culturele en economische positie van het Vlaamse volk versterkt. Echter hiermee was de miskenning en minachting voor Vlaanderen nog niet tot een einde gekomen.

De kracht van de Waalse minderheid is grotendeels te wijten aan hun zelfbewustzijn en hun sterke besef van eigenwaarde. Daarentegen heeft de verfransing ervoor gezorgd dat de intellectuele en morele ontwikkeling van het Vlaamse volk belemmerd werd. Het is vandaag de dag dan ook aan de Vlamingen zelf om hun toekomst weer in eigen handen te nemen. Het is aan hen om te kiezen of zij een volk van knechten of een volk van heren wensen te zijn. Zij moeten het willen en om het te willen zullen zij sterk overtuigd moeten zijn van hun zaak. Daar ligt dus de grote taak voor al diegenen die met het Vlaamse volk begaan zijn. Tegenover de systematische Fransgezinde propaganda moet er een systematische Vlaamsgezinde propaganda gesteld worden. Enkel zo kunnen zij het Vlaamse volk innerlijk sterken en wederom strijdvaardig maken. Door de Walen eerbied en waardering voor Vlaanderen in te boezemen zal hun minachting uiteindelijk verdwijnen. Als Vlaanderen weer verschijnt als een macht om rekening mee te houden, ligt de weg open om de morele positie te verwerven waarop zij het absolute recht heeft.

De Vrije Associatie van Identitairen verklaart zich dan ook solidair met Vlaanderen en alle andere onderdrukte naties in de strijd voor vrijheid en recht. Enkel identiteit en natieschap biedt de kracht die nodig is voor de realisatie van een harmonieuze en solidaire vrije gemeenschap; de natie zoals deze bedoeld is.

Halmar


woensdag 20 juni 2012

Griekenland is niet onze vijand


De financiële crisis in Griekenland toont aan wat Griekse regionalisten al decennia geleden verkondigden, de Europese Unie is de laatste stap richting de ondergang. De Nederlandse media vertelt ons dat ons belastingsgeld wordt gebruikt om voor Griekenland en de Griekse burgers te betalen. In Griekenland krijgt men daarentegen van de media te horen dat het de andere Europese landen zijn die hen de armoede in drijven. De massamedia dienen dan ook hun wereldmeesters; macht en kapitaal. Hun leugens worden met een enkel doel aan de mensen verkocht, om de inwoners van de Europese naties onderling te verdelen en tegen elkaar uit te spelen.

De Griekse werkende klasse was het gewend om in een werkweek van ca. 40 uur slechts een kleine 700 euro per maand uitbetaald te krijgen. Na de Griekse economische crisis en de bemoeienis van het IMF zijn hun lonen en pensioenen nog eens met ongeveer 25% gereduceerd. De werkeloosheid loopt ondertussen sterk op en is inmiddels al toegenomen met meer dan 20% (meer dan 750.000 werklozen). Veel Grieken zijn werkeloos en leven in grote armoede, terwijl ondertussen ongeveer 2 miljoen illegale immigranten gratis van de “Hellenistische democratie” genieten.

Tegelijkertijd hebben de private “Griekse” banken in 2010 en 2011 wederom grote winsten gemaakt. Dit terwijl zij meer dat 30 miljoen euro aan belastinggeld van de regering krijgen, als financiële steun. Het gehele geldbedrag dat door het IMF en de EU beschikbaar is gesteld wordt enkel gebruikt om de leningen te vergoeden die zijn afgesloten bij internationale banken zoals Goldman Sachs. Het lenen bij deze geldhaaien betekent zoiets als 1 euro lenen en vervolgens 1000 euro terug betalen, hiermee wordt de economische crisis een lucratieve handel.

Terwijl de Europese burgers van verschillende landen tegen elkaar uitgespeeld worden tijdens de economische crisis, gaat al ons geld feitelijk naar de elite van geldgraaiers en de private parasitaire banken. Zij zijn de eeuwige dieven en de echte vijanden van onze volkeren. Zij vertegenwoordigen het parasitaire roofkapitalisme dat ons allen de armoede en misère instort. Deze aasgieren hebben zitten wachten op een economische crisis om zichzelf te kunnen verrijken. Het creëren van gigantische staatsschulden is hun voornaamste doel, zodat zij de bevolking kunnen uitpersen en knechten. Het geld dat zij uitlenen bestaat enkel fictief in de vorm van zeer creatieve boekhouding, maar moet uiteindelijk terug betaald worden door de fysieke inkomsten van de bevolking in te vorderen. Het zijn deze neoliberale aasgieren die maximaal van deze uitzichtloze situatie profiteren, onze sociale zekerheden compleet afbreken en ons de hongersnood in storten.

We kunnen de strijd tegen de economische crisis dan ook niet los zien van de strijd tegen het roofkapitalisme. Het zijn niet de Grieken, de Portugezen, de Italianen of de Spanjaarden die onze vijand zijn, maar de kapitalisten en de politieke elites. Dat zijn onze echte vijanden!

Halmar


vrijdag 1 juni 2012

Syrië: de media als wegbereider voor oorlog


Hoewel veel mensen vast blijven houden aan de illusie dat wij vandaag de dag onafhankelijke en objectieve media kennen, is de media feitelijk het belangrijkste medium geworden om de oorlogsstokerij en propaganda van het moderne imperialisme te verspreiden. Na de misleidende lastercampagne tegen Khadaffi, die resulteerde in de bloederige agressieoorlog tegen Libië, staat nu Syrië in de belangstelling. Dagelijks worden in de media allerhande leugens en onwaarheden van onverifieerbare bronnen verspreid. Deze dagelijkse leugenachtige reportages bereiken zowel de televisiekijkers, krantenlezers als internetgebruikers en worden simpelweg kritiekloos als waarheid aangenomen. Vrijwel in koor vertelt de media het verhaal, over de wrede dictator Assad die zijn volk dat in opstand is gekomen bruut onderdrukt en vermoord. Net als Irak waar nooit massavernietigingswapens werden gevonden en Libië waar zogenaamd een brute dictator moest worden verwijderd om in het bezit van waardevolle grondstoffen te komen, moeten nu de leugens jegens Syrië een nieuwe imperialistische oorlog en neokoloniale campagne rechtvaardigen.

Opvallend is dat zeer veel informatie over de situatie in Syrië op bijvoorbeeld CNN, CBS, Associated Press, Reuters, AFP, BBC, Daily Show, FAZ, Holtzbrinck, Springer Press, Spiegel, Focus, Al Jazeera, al Arabiya, enz. afkomstig is van slechts één omstreden agentschap dat gevestigd is in Londen; het "Syrische observatorium voor de Mensenrechten". Maar hoe serieus is deze bron te nemen? En waarom lijkt niemand te weten wie er achter dit onheilspellende agentschap zit? De Russische minister van buitenlandse zaken Alexander Lukashevich sprak openlijk zijn twijfels uit over de betrouwbaarheid van het "Syrische observatorium voor Mensenrechten" dat geleid wordt door een omstreden man genaamd Rami Abdul Rahman. Deze man die enige journalistieke of juridische achtergrond vreemd is en gelieerd wordt aan het Moslimbroederschap. Het bureau dat vermoedelijk gefinancierd wordt met Saoudische fondsen is dan ook een handig instrument voor de tegenstanders van Assad om valse propaganda te verspreiden gebaseerd op ongeverifieerde rapporten en dubieuze informatie. Alleen al op Google nieuws zijn meer dan 74.000 media berichtgevingen over de situatie in Syrië direct gebaseerd op de beschuldigingen van Rami. De media gebruikt echte meldingen samen met de overdreven horror meldingen van het dubieuze "Syrische observatorium voor de Mensenrechten" om aan de lopende band sensationele en misleidende reportages te maken over de vermeende ongekende bruutheden van het Ba'athistisch regime van Assad.

Hoe gevaarlijk deze nalatigheid door de toonaangevende media kan zijn, blijkt wel uit de gevolgen hiervan op het internationale politieke toneel. Als reactie op de horrorverhalen van het "Syrische observatorium voor Mensenrechten" schrijft persbureau Reuter; "Bondskanselier Merkel heeft het geweld van de Syrische regering tegen haar volk sterk veroordeeld." "De bondskanselier was diep bezorgd over de voortdurende schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden in Syrië", zo meldde een regeringswoordvoerder. De Nederlandse minister van buitenlandse zaken Uri Rosenthal roept op een conferentie van "Vrienden van Syrië" soldaten van het Syrische leger op om over te lopen "omdat er geen toekomst is voor Syrië onder Assad". De Nederlandse regering steunt de Syrische oppositie dan ook financieel en steunt hen met communicatiemiddelen. De Syrische regering wordt opgeroepen het geweld tegen onschuldige burgers, vrouwen en kinderen evenals het geweld tegen opstandelingen van het Vrije Syrische Leger te staken. De immense macht van het kleine Londense bureau lijkt dan ook grenzeloos. Zo worden de vele sancties die tegen Syrië uitgevaardigd zijn voor een belangrijk deel ondersteund door de verslagen van het agentschap. Door de media en politieke besluitvorming worden de leugens van het "Syrische observatorium voor Mensenrechten" waarheden.

Terwijl de Amerikaanse imperialisten wapenleveranties aan het Syrische Vrije leger steunen en vanuit landen zoals Saoudi Arabië en Qatar wapens aan de opstandelingen verschaft worden en een bloederige burgeroorlog gefinancierd wordt, wordt de eenzijdige berichtgeving en oorlogspropaganda in de media keer op keer herhaald. Bij de schendingen van mensenrechten, de gewelddadige moorden en dodelijke bomaanslagen in Syrië, wordt door de Westerse media vrijwel altijd twijfel gezaaid, met de vinger naar de troepen van Assad gewezen en de nadruk gelegd op de onverifieerbare beweringen van allerhande oppositiegroepen die strijden tegen het regime van Assad. Syrische bevolkingsgroepen worden tegen elkaar uit gespeeld in de "verdeel en heers" tactiek van het moderne imperialisme. Net als in Afghanistan, Irak en Libië is het de bedoeling een bloederige burgeroorlog te veroorzaken waar uiteindelijk enkel de buitenlandse machten, die deze oorlog financieren, van zullen profiteren. Dit terwijl het volk in een uitzichtloze cirkel van geweld en ellende beland. Hoewel de media constant het idee wekt dat de Syrische regering geen enkele interesse zou hebben in politieke onderhandelingen met de oppositie, is ook het regime van Assad niet suïcidaal. Men begrijpt heel goed dat de situatie onhoudbaar is geworden en hervormingen en onderhandelingen de enige weg uit een complete catastrofe voor het land zijn. Het werkelijke probleem ligt hem dan ook in het feit dat een groot deel van de oppositie iedere vorm van dialoog afwijst en enkel genoegen zal nemen met de val van het huidig regime. Terwijl het Westen het Syrische regime straft met economische sancties, omdat zij niet aan de eisen van de VN voldoet wordt er echter geen enkele actie ondernomen tegen de Syrische oppositie die er geen enkel geheim van maakt dat zij totaal geen interesse in dialoog hebben.

Een zeer onverantwoord hoofdstuk in de geschiedenis van de media is hiermee ingeluid. Door het gebruik van misleidende onbetrouwbare bronnen en nieuws manipulatie, halve waarheden en regelrechte leugens wordt het grote publiek klaar gestoomd voor een nieuwe bloederig conflict. De journalistiek - onderdanig aan hun meesters van de grote private mediaconglomeraten - rechtvaardigt hiermee het moderne imperialisme dat aan de grondslag ligt van het Syrische conflict en neemt de rol in van regelrechte imperialistische neoliberale staatspropaganda.

Marten