donderdag 10 mei 2012

Vrije markt of vrije gemeenschap?

De afgelopen jaren zien we een tendens van privatisering in Nederland. Meer en meer publieke bedrijven en diensten worden door de overheid verkocht aan de private sector ten gunste van de zgn. vrije markt oftewel het ongelimiteerde kapitalisme. Als we onze politici en bepaalde (neo)liberale economen moeten geloven garandeert de vrije markt en het kapitalisme oneindige economische groei en een oneindige toename van welvaart en welzijn voor de gewone burger. Maar klopt dit beeld dat men ons probeert te schetsen wel? Of is de vrije markt en het kapitalisme toch niet het wondermiddel dat de politici ons willen doen geloven? 

Hoewel veel mensen vandaag de dag onze Westerse welvaart toeschrijven aan de vrije marktwerking en het kapitalisme, hebben wij deze welvaart voornamelijk te danken aan de eeuwenlange succesvolle exploitatie van andere continenten. De transfers van koloniale opbrengsten leidden in het Westen tot een gunstig klimaat voor kapitaal investeringen en dat gaf dan ook de eerste stoot richting de industriële revolutie. Echter deze accumulatie van rijkdom betekende niet dat het volk hier vanzelfsprekend van kon profiteren. Feitelijk zien we pas de laatste 60 jaar een tendens waarbij een groot segment van de bevolking eveneens enige welvaart kan verwerven. Dit is mede te danken aan het belang dat kapitalisten achten aan een afzetmarkt voor hun producten. Uiteraard werd er tegelijkertijd ook naar plaatsen gezocht waar men zo goedkoop mogelijk kon produceren met economische delokalisatie tot gevolg. Er werd hierdoor een maatschappij gecreëerd waar allerhande kunstmatige behoeften werden geschapen en de productiviteit steeds verder werd opgevoerd. Zo zou de vrije markt economische groei stimuleren. Echter feitelijk is er geen concrete relatie te leggen tussen deze economische groei van de vrije markt en de echte welvaart van een natie. Sommige landen met een open economie groeiden immers niet, terwijl andere landen met een relatief gesloten economie juist wel een aanzienlijke groei kenden. De beste economische groeicijfers in Europa dateren bijvoorbeeld uit de eerste 30 jaar na de tweede wereldoorlog, een tijd waarin de economie van Westerse landen juist zeer sterk gereguleerd werd vanuit overheidswege en van een vrije markt bijna geen sprake was. 

Eveneens staat economische groei niet automatisch gelijk aan een hogere levenstandaard en minder armoede binnen de gemeenschap. Het gemiddeld BBP (Bruto Binnenlands Product) vertelt immers niet hoe de toename van rijkdom eigenlijk verdeeld wordt. In veel gevallen ziet men juist dat deze economische groei samen gaat met een verarming van grote delen van de populatie, terwijl slechts een zeer klein segment van de bevolking werkelijk bevoordeeld wordt. Het BBP wordt gemeten aan de marktwaarde van de optelling van alle economische productie. Bij deze economische graadmeter wordt echter compleet voorbij gegaan aan de negatieve effecten die dat met zich mee brengt - bijvoorbeeld de grootschalige ontginning van natuurlijk kapitaal zoals grondstoffen en de grootschalige vervuiling van het milieu dat hiermee gepaard gaat. En als men dan al van een toename van de welvaart kon spreken, heeft dit dan ook automatisch geleid tot meer welzijn? Het antwoord hierop is eenduidig nee! De hoge Westerse werkdruk en de steeds langere werkdagen hebben allerhande negatieve gevolgen voor het sociale leven en de volksgezondheid. Meer en meer mensen raken overspannen door stress, krijgen depressies of andere gezondheidsproblemen. Eveneens leidt de kapitalistische consumentencultuur tot een maatschappelijke degeneratie en een compleet verlies van de eigen normen en waarden ten gunste van een materialistische consumptiemaatschappij - het creëert een banale cultuur van egoïstische wereldburgers. 

Een ander negatief effect van de vrije markt en het kapitalisme is de gigantische economische ongelijkheid die het creëert. Ongeveer 2 % van de algehele wereldbevolking bezit meer dan de helft van alle rijkdom die de aarde kent! Deze kloof lijkt enkel groter en groter te worden. Waar in de jaren '80 de directie van het bedrijfsleven nog ongeveer 42 keer meer salaris ontving dan de gemiddelde werknemer, is dit inmiddels opgelopen tot 425 keer meer. Door de financiële crisis waar wij ons momenteel in bevinden zal deze ongelijkheid enkel nog verder toenemen. De crisis zal eveneens leiden tot een gedwongen vrije markt beleid zoals we in landen als Griekenland, Spanje en Portugal momenteel al zien gebeuren. Door de afbouw van de sociale voorzieningen, uitverkoop en privatisering van overheidsbedrijven en de liberalisering van prijzen worden grote delen van de bevolking van deze landen een uitzichtloze armoede en ellende ingestort terwijl slechts een kleine rijke internationale elite hiervan stevig profiteert. Ook in Nederland hebben de privatiseringen en de vrije markt niet geleid tot een significante verbetering van de levensstandaard of een toename van de kwaliteit van de diensten. De vrije markt lijkt dus op alle vlakken van haar streven te falen - buiten de winstmaximalisatie van kleine private groepen om uiteraard. 

De wereld is de afgelopen eeuw drastisch veranderd. Internationale conglomeraten en kapitaal struinen de wereld af op zoek naar de locaties die de meest interessante investeringsmogelijkheden weten te bieden. De wereld is hiermee gereduceerd tot een gigantisch jachtgebied voor internationale private ondernemingen waarbij gemeenschappen wereldwijd bruut onderworpen worden aan de oneindige hebzucht van het kosmopolitische kapitaal. Het moge duidelijk zijn dat wij als identitairen dit door en door rotte systeem met alle macht moeten verwerpen. In onze visie moet de economie er zijn om in de welvaart te voorzien van diegene die hem gecreëerd hebben. Zij staat niet ten dienste van de winsten van private ondernemingen maar altijd ten dienste van het welzijn van de samenleving. Economie moet niet verworden tot een speelbal van kapitalisten in hun immorele en wrede concurrentie strijd van allen tegen allen. Het opbouwen van een gezonde regionale interne markt, regionale autarkie, eigen productie capaciteit en sociale bescherming zijn hierbij van een fundamenteel belang. Enkel op deze manier kan de gemeenschap wederom zelfbeschikking realiseren voor eenieder die er deel van uit maakt en zichzelf beschermen tegen de negatieve invloeden van buitenlandse producten en buitenlands kapitaal. Het is het enige wapen voor gemeenschappen die hun eigenheid en identiteit willen bewaren in een alsmaar verder mondialiserende wereld. De strijd voor eigen identiteit is een strijd tegen de kosmopolitische instituties van de vrije markt en het kapitalisme. Pas als men beseft dat regionalisme en economische zelfbeschikking ons verzekeren van echte vrijheid en echte sociale rechtvaardigheid zal men een harmonieuze en vreedzame wereld van vrije gemeenschappen kunnen realiseren. 

Anton



Geen opmerkingen:

Een reactie posten